Reuring in het verzorgingshuis

Ik zat op mijn werk achter de entreebalie in het verzorgingshuis en er was een hoop reuring in de hal, geroezemoes van de bewoners en het personeel, gepraat, gelach, geschuivel, bewoners die in groepjes rolstoelen naar het restaurant werden gereden, kortom gezelligheid en leven in de brouwerij. Er was afgelopen donderdagmiddag een optreden met muziek van Het Danspaleis. Bij een enkeling zag ik een bezorgd gezicht, rode koontjes van de stress van de inspanning wat het met zich meebracht en misschien de onzekerheid van wat ze te wachten stond deze middag. Toen ik zat te kijken wat er zoal om me heen gebeurde kwamen er ook allerlei gedachten langs. Hoe luxe is het eigenlijk om regelmatig naar een optreden te kunnen gaan en dat in je 'eigen huis'. Sommige mensen hebben misschien in hun hele leven nog nooit zo vaak een optreden bijgewoond als in deze laatste jaren of maanden van hun leven. 

Foto: de uitstrooiplek van het as van mijn ouders

 

Maar tegelijkertijd was het ook confronterend merkte ik, blijkbaar waren deze gevoelens belangrijk om gevoeld te worden. Die middag hoorde ik smartlappen uit de jaren 60. Mijn gedachten brachten me terug naar mijn vader die in een verzorgingshuis zat en begin dit jaar overleed. Hij zat er dít jaar nog.. het lijkt al zo lang geleden. Geweldig vond hij de muziek en om mee te zingen en soms blèren, want lekker gek doen daar hield hij van. Mijn moeder ging bijna altijd met hem mee en genoot er ook zo van. Soms praat ik met mensen die me aan een van mijn ouders of opa of oma doen denken, zo apart is dat alsof ik hun verhaal hoor. Mensen maken ongeveer dezelfde dingen mee al zijn we soms geneigd te denken dat we vaak zo verschillen van elkaar. Niet dus. Hoe meer je erop let hoe meer je dat ziet. 

Een half uur voor het optreden begon hoorde ik dat er een bewoner overleden was. Het voelde bizar tegelijkertijd op deze feestelijke middag. Dat is het leven Yin en Yang. En terwijl ik de familie, de schouwarts en later de begrafenisondernemers te woord stond was er aan de andere kant de gezelligheid en muziek in het restaurant dat aan de hal aangrenst. Mijn vader overleed ook in een verzorgingshuis. Ik zat daar alleen achter de balie met mijn gedachten en gevoelens en niemand die het zag. Ik ademde diep in en uit en liet het maar gebeuren. Ik ben hier niet voor niets gaan werken als vrijwilliger. Achteraf realiseer ik me dat het goed is voor mijn rouwproces. Ook brengt het me dichter bij mijn ouders. Ik voel me dankbaar, ik vind het daar gezellig om te werken en ook rustgevend, want in deze wereld heeft niemand haast, behalve het (betaalde) personeel.