
Toen hij mij zag staan
Keken zijn ogen me verleidelijk aan
Er werd met me geflirt
Dat dat op mijn leeftijd nog gebeurt 😉
Ik stond op een verlaten pad
Even stil, zoals ik het graag had
Ik kreeg het er warm van
Wat wilde hij, die man?
Hij floot... fiet fiet
Het was geen lekker ding
Gewoon een krekel in het riet
Ik wens je een fijne dag
En geniet van het gefluit
Maar is het je ketel? Zet 'm wel uit!
Over het ontstaan van dit gedicht: het begon allemaal met een tv-item over fluitende mannen, en vrouwen die daar soms veel last van hebben. Wat blijft er toch veel hangen in je hoofd! Zo'n onderwerp zet je aan het denken en voor je het weet denk je (ik) bij het tjirpen van een krekel ineens aan een fluitende man, en aan een verleidelijke blik... die had ik ook best prettig gevonden.
Een dag later zat er zomaar een krekeltje op onze deurmat. Echt he?! Ik was te lui om naar zolder te lopen voor mijn camera en een foto te maken, maar misschien was dat maar goed ook, dan had je de clou meteen gezien.
De volgende dag was ik stomverbaasd, want er zat nota bene een krekel in onze keuken, hoe was dat mogelijk?! Ik pakte mijn leesbril en camera.. en zag tot mijn verbazing dat het gewoon een stengeltje van een bloem was, uit de bos die ik gekregen had en zelf had afgesneden. Wat een fantasie toch, hoe je hersenen en gedachten je zo voor de gek kunnen houden! En hoe wonderlijk het leven kan zijn als je er met een beetje verwondering naar kijkt.